Ik kan echt van betekenis zijn voor mensen die zorg nodig hebben

Connie is verpleegkundig centralist ambulancezorg bij de RAVU

Snel handelen, adrenaline en het nemen van een beslissing in een paar seconden, daarvan gaat het verpleegkundig hart van Connie sneller kloppen. In de meldkamer ambulancezorg komen voor haar twee passies samen: op afstand zorg verlenen en het coördineren van zorg. ‘Ik kan als verpleegkundig centralist echt van betekenis zijn voor mensen die zorg nodig hebben.’

 

Hart voor acute zorg

Connie werkte voorheen als verpleegkundige in het ziekenhuis, specialiseerde zich in de interne geneeskunde (maag-darm-lever en nierziekten) en stroomde uiteindelijk door naar de spoedeisende hulp. Ze houdt van de hectiek in de acute zorg, het onvoorspelbare en het snelle inschatten van een situatie. ‘Ik werkte op de spoedeisende hulp in het Radboud ziekenhuis in Nijmegen nauw samen met de ambulancezorg. Ik vond het coördineren van zorg heel erg leuk en dat komt best wel overeen met het werk in de meldkamer ambulancezorg.’

 

Klinisch redeneren

Tegenwoordig verleent ze patiënten geen zorg ‘aan het bed’, maar doet ze dat door mondelinge zorginstructies te geven in haar beroep als verpleegkundig centralist. Door goed te luisteren naar de 112-melder en uit te vragen met behulp van het triagesysteem, maakt Connie een klinische inschatting. ‘Als een moeder belt omdat haar kind nergens op reageert en je hoort op de achtergrond keihard gehuil, dan weet je dat het kind bij kennis is. Hoor je niets, of alleen gekreun en de moeder antwoordt dat de kleur van het gezicht van haar kind blauw is, dan is acute zorg nodig. Door het stellen van de juiste vragen en goed te luisteren naar de antwoorden, vorm ik heel snel een beeld en zet ik hierop vervolgens de juiste zorg, met de juiste urgentie in.’

 

Steun en toeverlaat

Dat is ook wat Connie het mooiste vindt aan haar functie. ‘Als ik een 112-melding aanneem, hoor ik meestal eerst alleen maar paniek. Als ik de beller aan het handelen (het verlenen van de eerste zorg) krijg komt er vaak langzaam rust. Als centralist ben je op zo’n cruciaal moment iemands steun en toeverlaat: jij stuurt hulp en overbrugt via het telefonische contact de tijd voordat de ambulance er is. Ik zeg altijd: “We gaan het samen doen, de ambulance is onderweg”. Als ik ophang en mensen zijn blij met wat ik voor ze heb gedaan, dan geeft me dat veel voldoening.’

 

Minder kilometers in de benen

Is haar werk op de meldkamer ambulancezorg heel anders dan haar eerdere werk als verpleegkundige? ‘Deels’, vertelt Connie. ‘Op de meldkamer pas je je medisch inhoudelijke kennis op een andere manier toe. Met aan het einde van de dag minder kilometers in de benen, omdat ik op een stoel zit.’ Connie volgde een aanvullende opleiding toen ze op de meldkamer ambulancezorg begon. ‘Ik leerde onder meer grootschalige incidenten leiden, de zorg op te schalen en goed te communiceren aan de telefoon.

‘Ik nam gesprekken van de meldkamer mee naar de opleiding om ze te analyseren. Daar leer je van. Als nieuwkomer werd ik gelukkig niet direct in het diepe gegooid. Ik startte in de meldkamer met het aannemen van meldingen van ziekenhuisoverplaatsingen (zonder spoed). Daarna ging ik over op het aannemen en behandelen van meldingen van huisartsen mét spoed. En tot slot pas 112-meldingen.’

Wil je net als Connie ook verpleegkundig centralist worden of ben je benieuwd naar de mogelijkheden? Laat het ons weten!