‘Zonder meldkamer rijdt de ambulance niet’

Ambulanceverpleegkundige Mark over samenwerken met de verpleegkundig centralist:

‘Wij kunnen niet zonder de meldkamer ambulancezorg. Zo simpel is het.’ Aan het woord is ambulanceverpleegkundige Mark van GGD Flevoland. ‘De verpleegkundig centralist is de eerste die, via de telefoonlijn, zorg verleent. Terwijl wij onderweg zijn, vraagt hij of zij de situatie verder uit. Ook ter plaatse is de centralist vaak onze lifeline.’

‘Het komt soms voor dat onze eigen veiligheid in het geding is’, legt Mark uit. Bij een grote brand, bijvoorbeeld. ‘Dan vertelt de verpleegkundig centralist ons waar de wind vandaan komt, zodat we geen gevaarlijke stoffen inademen. Het komt ook voor dat melders of omstanders agressief zijn of dat er grote groepen mensen rondom de patiënt staan waardoor wij ons werk niet goed kunnen doen. Dan schakelt de centralist de politie in.’


Meldkamer denkt mee

De meldkamer ambulancezorg denkt mee. ‘We hadden ooit een melding van iemand die onwel was geworden op een boot en het was onduidelijk of we daar met de ambulance konden komen. De meldkamer stuurde de brandweer, maar schakelde ook de reddingsmaatschappij KNRM in zodat we er via het water konden komen.’, vertelt Mark. ‘Weet je wat ook zo mooi is van onze samenwerking? We kunnen ons dankzij de verpleegkundig centralist goed voorbereiden op de situatie van de patiënt waar we naartoe op weg zijn, omdat de meldkamer ons van extra informatie voorziet. “Er is veel onrust.” Of: “Ik hoor een taalbarrière.” Het is heel prettig als we dergelijke dingen vooraf weten.’


Zorgvraag in één kreet

‘In de ambulance krijgen we een melding altijd via een klein scherm binnen. Daarin staat het adres, de urgentie van de zorgvraag en een korte uitleg van zorgvraag in één kreet. Terwijl wij naar de patiënt toe rijden, vraagt de verpleegkundig centralist de situatie verder uit en houdt ons realtime op de hoogte. Ik vind het knap hoe zij in zo’n hectische situatie met de vaak beperkte informatie die ze krijgen, zich een goed beeld kunnen vormen van de ernst van de situatie.’

 

Ogen en oren in het veld

‘Het is een mooie wisselwerking tussen de collega’s op de ambulance en in de meldkamer. Wij zijn als de ogen en oren in het veld voor de meldkamer. Als we ter plaatse zijn, geven we zo snel mogelijk een sitrap (situatierapport), waarin we aangeven of de situatie onder controle is, of er extra hulp nodig is en hoeveel tijd we denken nodig te hebben.’ Dat laatste is belangrijk, want zo weet de verpleegkundig centralist hoelang het duurt voordat de ambulance weer kan worden ingezet voor een nieuwe melding. ‘Wij houden de meldkamercentralist zo goed mogelijk op de hoogte van wat er ter plaatse gebeurt.’


Ontspannen

‘Doordat de verpleegkundig centralist ons goed informeert en de beller geruststelt of instructies geeft, zie ik vaak de melder ontspannen zodra we aankomen. Dat vind ik het mooiste aan onze samenwerking.’