Verdwaald in zinnen

De vrouw kan bijna niet praten. Door hersenletsel weet zij niet meer goed hoe ze de taal moet gebruiken. Afasie heet dat. We brengen haar van het ziekenhuis naar het verzorgingshuis waar ze tijdelijk gaat wonen. Ik zit achterin om haar gezelschap te houden.

Hoe moeilijk het ook gaat, we knopen een gesprek aan. Zij is bijna niet te verstaan, vervormt de woorden en verdwaalt in de zinnen. Toch gaat ze stug door, zoekend, tastend. Ze probeert uit te leggen hoe ze in deze situatie terecht is gekomen, en vooral: waar ze eigenlijk woonde. Ze had een mooi stukje tuin en een geit – of in ieder geval een dier. Ze hoopt dat ze er weer naar terug kan keren.

Ik voel haar frustratie omdat de woorden niet meewerken, maar ik voel ook haar drang om mij over dat stukje van haar leven te vertellen. Die andere wereld, met de dieren en het stuk tuin, dáár leeft zij naartoe. Het is haar stip op de horizon. Ze praat in wartaal, maar toch: ik begrijp haar. Ik merk dat we daar allebei blij over zijn.

En dan is het voorbij: we zijn er. We brengen haar naar een kamer. Daarna zie ik haar nooit meer terug – zoals ik zovelen nooit meer terug zie. Maar het geeft niet. Ik vind het bijzonder dat je voor heel even deel mag uitmaken van het leven van de ander.

De verhalen over ‘Het Echte Werk’ zijn gebaseerd op de realiteit. Om privacyredenen zijn ze op details aangepast.