Schilderij

Haast, snel handelen, levens redden – dat is het beeld van ambulancezorg dat de meeste mensen hebben. Maar het ritme van de zorgambulance is anders. Natuurlijk zijn ook wij gebonden aan strakke tijdschema’s, maar we doen het rustiger aan. Er is meer ruimte voor emoties en tijd voor gesprekken. Misschien dat juist daarom de ritten met de zorgambulance me het meest raken.

We brengen een doodzieke man naar het hospice, waar hij zal sterven. Het kan niet altijd, maar vaak vragen we of iemand nog ergens heen wil. Deze man wil nog één keer naar de boerderij van zijn vader, waar hij is opgegroeid.

Het is een prachtige dag. We zijn met zo’n grote bus met schuifdeuren aan de zijkanten. Op het eerste landweggetje dat we tegenkomen, zetten we de schuifdeuren open. De frisse lentelucht stroomt de zorgambulance binnen. De man kijkt naar buiten: een strakblauwe hemel, velden vol gele boterbloempjes – net een schilderij.

Op de brancard rijden we hem een rondje om de boerderij. Hij kan niet naar binnen, want de brancard past niet door de deur. Toch is hij ongelofelijk dankbaar dat hij nog één keer op die plek mag zijn. We weten allemaal: hij komt hier nooit meer terug.

We rijden hem langs de moestuintjes. Hij vertelt me hoe hij daar vroeger speelde en wat voor beesten ze op de boerderij hadden. Het beeld van die idyllische plek met de velden vol gele bloemen zal ik nooit vergeten. Ik besef dat we niet alleen afscheid nemen van zijn ouderlijk huis, maar van zijn hele geschiedenis. Ik voel me bevoorrecht dat ik hem dit nog kan geven.

 

De verhalen over ‘Het Echte Werk’ zijn gebaseerd op de realiteit. Om privacyredenen zijn ze op details aangepast.