Optater

Het vriest dat het kraakt. Het is een stralende ochtend, maar ijs- en ijskoud. We krijgen een melding van een spoedgeval: man gevonden in de sneeuw. Hij zou er al de hele nacht gelegen hebben.

“Die man moet wel dood zijn”, zeg ik onderweg tegen mijn collega die aan het stuur van de ambulance zit. Wie overleeft een nacht buiten in deze kou? We rijden naar het adres dat de meldkamercentralist ambulancezorg ons heeft opgegeven. De man zou ergens naast een slootje moeten liggen, tussen landbouwvelden in. We vinden hem snel: dat is het voordeel van al dat wit.

Ik voel geen pols, maar we sluiten toch de monitor aan. Signaal! Hij leeft nog! In een split second is de hele situatie veranderd. Nu moet er snel wat gebeuren. Als ambulanceverpleegkundige kom ik direct in actie. Ik reik met mijn hand onder zijn schouder, om hem goed te leggen voor de reanimatie.

‘AAAHH!’ Een schreeuw. Hij komt uit mijn eigen mond. Ik ben me rot geschrokken. Toen ik aan zijn schouder begon te sjorren, kreeg ik een enorme optater. Een elektrische schok. Wat is dit?

Mijn collega trekt de man nu overeind. We kijken naar de sneeuw onder hem. IJzerdraad. De man lag op schrikdraad. Dat was het! Hij is dus wél dood, al een hele tijd. Op de monitor hebben we niet de impulsen van het hart gezien, maar de elektrische schokken die het schrikdraad door zijn lichaam joeg.

Hoe raar het misschien ook is, mijn collega en ik barsten in lachen uit. In een paar minuten zijn heen en weer geslingerd van het ene naar het andere, terug naar het ene scenario. Dit is zo raar en onverwacht. We kunnen wel wat ontlading gebruiken.

Dit verhaal van een ambulanceverpleegkundige is gebaseerd op de realiteit. Om privacyredenen is het verhaal op details aangepast.